Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch al ware het ook, dat [20]wij, of [21]een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, [22]buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij [23]vervloekt. 20. Namelijk ik en de broeders, die bij mij zijn. Of, wij apostelen. 21. Dit is wel in zichzelve niet mogelijk, maar de apostel wil met het stellen dezer onmogelijke veronderstelling te krachtiger aanwijzen de zekerheid van den vloek, die komen zal over degenen, die een ander Evangelie prediken. Zie dergelijke Joh.8:55; 1 Kor.13:2. 22. Dat is, niet alleen tegen hetzelve, maar ook die iets daarbij doen, buiten hetgeen wij gepredikt hebben; hetwelk de valse apostelen deden, lerende dat men niet alleen door het geloof, maar ook door de werken der wet gerechtvaardigd wordt. 23. Grieks Anathema; dat is, vervloeking. Zie van dit woord Rom.9:3; 1 Kor.16:22.